Pensioen in eigen beheer

Afkoop van pensioen in eigen beheer tegen 70% van de fiscale waarde.

Vanaf 1 januari 2017 is pensioen in eigen beheer niet meer toegestaan. In het wetsvoorstel van staatssecretaris Wiebes aan de Tweede Kamer staat dat pensioenen in eigen beheer kunnen worden:

  • afgekocht tegen 70% van de fiscale waarde    – of –
  • moeten worden omgevormd in een “spaarvariant bij uitfasering”.

Motivering

Bij veel BV’s is het benodigde vermogen bij ingang van het pensioen niet (meer) aanwezig. En om dividend te mogen uitkeren bepaalt de wetgeving dat een BV alleen nog dividend uit mag keren als de BV een positieve winstreserve heeft. Daarbij moet de pensioenvoorziening met de commerciële rekenrente worden berekend, zodat de pensioenverplichtingen dermate hoog zijn geworden, dat in de praktijk een dividenduitkering bijna onmogelijk is. Het afschaffen van het pensioen in eigen beheer kan daarvoor een oplossing bieden.

Afkoop op basis van 70% van de fiscale waarde

De berekening van de pensioenverplichting vindt fiscaal plaats met een rekenrente van 4%; commercieel met de werkelijke (nu veel lagere) marktrente. De fiscale gedachte hierbij is dat het vermogen jaarlijks rendeert tegen 4%. De fiscale waarde is daardoor vaak (veel) lager dan de commerciële waarde, omdat die met een veel lager percentage  dan 4% wordt berekend.

Voor de door staatssecretaris voorgestelde afkoop wordt voor de afkoopwaarde uitgegaan van de fiscale berekeningsmethode. Deze methode leidt een lagere voorziening en dus lagere  belastingheffing. Bij een tarief van 52% bedraagt de heffing 36,4% (is 70% van 52%). Op zich lijkt dit een voordelige manier om van de pensioenverplichting af te komen. Wel moet de BV over voldoende liquide middelen beschikken om de belasting direct te kunnen betalen.

Als er onvoldoende geld is om naar de Belastingdienst over te maken, dan kan worden gekozen voor de tweede variant: “spaarvariant bij uitfasering”.

Spaarvariant bij uitfasering

Bij de spaarvariant wordt de fiscale pensioenvoorziening omgezet in een oudedagsspaarverplichting (zonder belastingheffing). De oudedagsspaarverplichting moetjaarlijks worden verhoogd met het zgn. u-rendement. Verdere toevoegingen zijn niet meer mogelijk. Bij het bereiken van de AOW-leeftijd wordt het gespaarde bedrag in de vorm van gelijke bedragen belast uitgekeerd gedurende een periode van 20 jaar. De berekening van de oudedagsspaarverplichting is veel eenvoudiger dan de actuariele pensioenberekening.

Knelpunt bij afkoop

Ook de partner en gewezen partner moeten akkoord gaan met de afkoop. Bovendien krijgen de (gewezen) partners veel minder dan ze onder de oude regeling zouden krijgen.

En zal de BV ooit voldoende geld hebben om de oudedagsuitkeringen te betalen? Wat dan?

Hoe gaat het verder?

Waarschijnlijk zal met het voorstel van de beide varianten het pensioen in eigen beheer eindigen.

Wij houden u op de hoogte.

Neem contact op!

Tel nr: 0416 – 712 430 of e-mail:    info@slimmerboekhouden.com   0416 – 712 430   info@slimmerboekhouden.com

Wilt u liever dat wij contact met u opnemen? Laat uw gegevens achter en wij bellen u terug!